‘Veel digitaliseringstrajecten lopen stuk op een te grote ambitie’

‘Veel digitaliseringstrajecten lopen stuk op een te grote ambitie’

VolkerWessels geldt als een van de pioniers in Nederland met geïndustrialiseerd bouwen. Binnen SEB programmalijn Prefab wil de bouwer met prefab-label MorgenWonen nieuwe, kleinere woningtypes ontwikkelen en de productie verder automatiseren. Voor directeur Martin Flint staat digitalisering daarbij nadrukkelijk in dienst van opschaling en het terugdringen van faalkosten. ‘Het moet nooit een doel op zich zijn’.

Met de steun en visie van Dik Wessels begon VolkerWessels elf jaar geleden met de ontwikkeling van een gestandaardiseerd type woning. Doordat de succesvolle bouwondernemer de woningen zelf afnam en goede contacten onderhield met gemeentes, kende dit geïndustrialiseerde woonconcept een vliegende start. Sindsdien is er hard gewerkt aan meerdere woningtypes en opschaling van de productie. Dit alles onder de vlag van MorgenWonen, het prefab-label waar Martin Flint sinds drie jaar de leiding heeft.


Waarom hebben jullie je ingeschreven voor de SEB programmalijn Prefab?

“Toen ik hier drie jaar geleden begon, hadden we twee woningtypes: twee lagen met een kap in twee beukmaten, plus een levensloopbestendige woning. Maar de markt vroeg om kleinere woningen. Gezinnen worden kleiner, bouwgrond duurder. Daar wilden we op inspelen.

We hadden al een eerste stap gezet met een appartementencomplex in Linne bij Roermond. Helemaal prefab, één appartement per dag. Dat was een pilot, en die ervaring wilden we verder uitwerken.

De scope van dit project is precies dat: onze kracht in industriële bouw en montage, in één dag een casco dat wind- en waterdicht is, opschalen naar meerdere types. In totaal een vijfvoud van ons aanbod, met kleinere grondgebonden woningen van 5,10m en 4,80m breed, én appartementen. Daarmee kunnen we doorgroeien van nu 400 naar straks 2.000 woningen per jaar. Daarmee wordt een veel groter deel van de woningen die VolkerWessels realiseert prefab. Nu is dat nog zo’n 10%, maar dat moet uiteindelijk groeien naar ongeveer de helft.

Concreet willen we met steun van dit programma nieuwe woningtypes engineeren, investeren in productiecapaciteit en digitale tools, de logistiek verder uitbreiden, en onze kennis en ervaringen breed delen met de sector.”


Hoe draagt deze manier van bouwen ook bij aan emissiereductie?

“Wat ik intrigerend vind: duurzaamheid kent eigenlijk drie onderdelen: energieverbruik, materialen en logistiek. In de markt ging het jarenlang alleen over energie. Toen wij begonnen, lag de focus op een nul-op-de-meter woning. Nu komt er langzamerhand steeds meer aandacht voor het materiaalgebruik. Maar over logistiek hoor je bijna niemand. De enige plek waar dat écht wordt gewaardeerd, is binnen Schoon en Emissieloos Bouwen. Wij besparen in die fase zo’n 75% uitstoot, doordat we heel weinig transportbewegingen naar de bouwplaats hebben. We hebben die woning al zo vaak gebouwd dat we precies weten hoe we een vrachtwagen moeten indelen. We hebben eindeloos gepuzzeld om een complete woning op vijf vrachtwagens te krijgen. Omdat het niet om één project gaat, maar om honderden. Het gaat niet om één vrachtwagen, maar om duizenden. We willen het proces, de kwaliteit en de logistiek optimaal beheersen.

Die denkwijze sluit aan bij zoveel trends in de markt: duurzaamheid, minder bouwoverlast in de wijk, dure en schaarse arbeid. Het kán dus bijna niet anders dan dat industrieel bouwen straks een groot aandeel heeft.”


Welke rol speelt digitalisering in deze ambities?

“Voor ons is digitalisering nooit een doel op zich. Digitalisering is voor ons een ondersteuning in de schaalbaarheid van geïndustrialiseerd bouwen. Je moet altijd super goed weten hoe je processen in elkaar zitten. Door die in kaart te brengen, ontdek je op een gegeven moment repeterende handelingen, of stappen waarin veel menselijke fouten worden gemaakt. Dan kan het interessant zijn om die te digitaliseren.

Als digitaliseringstrajecten bij ons niet goed lopen, dan is de oorzaak bijna altijd dat we nog niet precies genoeg wisten wat we eigenlijk wilden digitaliseren.

We gebruiken digitalisering nu vooral om onze centrale database met basisstukken te optimaliseren – en dat is superkrachtig.”


Kun je uitleggen hoe dit werkt en wat de voordelen hiervan zijn?

“Het komt er op neer dat we een 3D-elementenbibliotheek hebben waarin van alle basisstukken van onze woningen alle relevante data centraal is opgeslagen.

We werken eraan dat die data volledig automatisch naar de fabriek wordt gestuurd: tekeningen worden direct op de mal geprojecteerd of op een scherm getoond, zodat altijd het juiste element met de juiste data wordt geproduceerd. Klinkt simpel, maar het kost veel tijd om dat goed in te regelen. Vroeger werden wijzigingen soms niet doorgevoerd in een tekening of de verkeerde tekeningen gebruikt. Door automatisering en koppeling met de planning zorgen we dat de juiste informatie altijd op tijd beschikbaar is. Dat vermindert faalkosten.

Maar onze database biedt bijvoorbeeld ook bestelinformatie voor onze ketenpartners, en alle opleverinformatie voor de bewoners.”


Zie je ook nieuwe rollen ontstaan door digitalisering?

“Ja, wij hebben bijvoorbeeld geen werkvoorbereiders meer. Die maakten vroeger projectspecifieke tekeningen en plaatsten bestellingen, maar die hadden we al niet echt nodig omdat 80-90% van ons werk repeterend is. Nu hebben we supply chain planners die de hele keten plannen en voeden met de juiste informatie. Zo kunnen we met hetzelfde aantal mensen meer projecten draaien. Efficiënter, maar ook noodzakelijk, want werkvoorbereiders zijn nauwelijks meer te vinden.

Wat echt anders is in onze organisatie ten opzichte van een traditionele bouwer, is het team voor conceptontwikkeling en -beheer. Zij beheren de standaard, leren van projecten en ontwikkelen projectspecifieke afwijkingen. En als we iets nieuws maken, kijken zij: blijft dit uniek voor één project, of voegen we het toe aan onze toolkit? Dat team vormt eigenlijk de kern van ons bedrijf.”


Hoe zie jij de toekomst van geïndustrialiseerd bouwen, gaan we richting auto-industrie, wordt het volledig geautomatiseerd maatwerk?

“Ja, dat is precies waar het heen gaat. Alleen is dat nog een enorme stap, die je nooit in één keer kunt zetten. Veel mensen in de bouw zullen zeggen: niets houdt je tegen om morgen heel veel te digitaliseren. Maar er is juist heel veel wat je tegenhoudt. Er gaan zoveel digitaliseringstrajecten stuk op een te grote ambitie. Het draait écht om hele kleine stapjes. Dat klinkt helemaal niet sexy of vernieuwend, maar dat is hoe het werkt.

Neem iets simpels als een tekening digitaliseren. Daarvoor moet je eerst alle tekeningen updaten, precies weten wie welke informatie nodig heeft, in welk formaat en op welk moment. Dan ga je digitaliseren, testen, nog eens testen, en intussen hoop je dat het systeem geen update krijgt waardoor je weer achterloopt. Digitaliseren is gewoon hard werken. Het is pionieren en zorgen dat je er niet op leegloopt.”


Welke tips zou jij bouwers willen geven die met digitalisering aan de slag willen?

“Houd het klein. Zet het gericht in en zorg dat je als bedrijf altijd voorloopt op je digitale systeem. Als je iets al tien keer hebt gedaan en het wordt repeterend, dán pas ga je digitaliseren. Eerst moet je het proces begrijpen, dan pas digitaliseren.”