Keten in beeld: Vezelhennep als inblaasisolatie
Lokaal geteelde vezelhennep is als inblaasisolatie een veelbelovend alternatief voor prefab bouw en renovatie. Volgens Loraine Westerneng van GreenInclusive ligt er een enorme kans in het kiezen voor biobased bouwmaterialen van eigen bodem. “Zodra je lokaal produceert, maak je impact op álle fronten: ecologisch, economisch én sociaal.”
Dankzij hun korte logistieke keten zijn lokaal geteelde gewassen zoals vezelhennep een aantrekkelijk biobased alternatief voor traditionele bouwmaterialen. Ze dragen niet alleen bij aan het terugdringen van emissies in de bouw, maar bieden ook nieuwe verdienmodellen voor de agrarische sector. Dat is de overtuiging van Loraine Westerneng, ketencoördinator bij GreenInclusive: “Met ons bedrijf willen we structureel bijdragen aan de klimaatdoelstellingen door minder afhankelijk te worden van fossiele grondstoffen uit het buitenland. Daarmee spelen we direct in op milieuvraagstukken in zowel de bouw als de landbouw — zoals CO₂, stikstof en het verlies aan biodiversiteit. Tegelijkertijd ondersteunen we de agrarische transitie met toekomstbestendige verdienmodellen en werkgelegenheid. Daarom hebben we de afgelopen jaren een keten opgebouwd tussen landbouw en bouw, waarbij we vezelhennep telen en verwerken tot biobased bouwmaterialen.”
Volledig Friese keten
GreenInclusive produceert isolatiematten onder de naam Hempwool, die inmiddels op grote schaal worden toegepast in renovatie- en nieuwbouwprojecten. Om verder op te kunnen schalen, werkt GreenInclusive samen met partners aan de ontwikkeling van inblaastoepassingen van vezelhennep voor de prefabbouw. “Binnen de programmalijn Prefab richt ons consortium zich op de ontwikkeling van een aantrekkelijk, gecertificeerd bouwproduct met een gezonde waardeketen en een zo gering mogelijke footprint.” Om logistieke emissies te beperken, is de keten zo lokaal mogelijk ingericht. “Het is een volledig Friese keten: van land tot bouwplaats.”
Gezond isolatiemateriaal
Die keten begint al in april, met de zaaivoorbereiding en de keuze van het juiste hennepras. Westerneng: “Naast de bekende rassen testen we ook nieuwe varianten die mogelijk een hogere vezelopbrengst en betere isolerende eigenschappen hebben. We onderzoeken of ze onder Nederlandse omstandigheden goed presteren, en of de huidige teeltbegeleiding daarop moet worden aangepast. En minstens zo belangrijk: we willen dat er gezonde materialen in de woning terechtkomen. Daarom telen we zonder bestrijdingsmiddelen en zonder kunstmest.”
Vezelhennep is een snelgroeiend gewas: in ongeveer 100 dagen bereikt het een hoogte van ruim drie meter. Begin augustus wordt de hennep gemaaid en blijft daarna nog enkele weken op het land liggen om te roten – een natuurlijk proces waarbij vocht de stengels helpt verteren, zodat de vezels loskomen en van goede kwaliteit zijn.
Nieuwe fabriek in Drachten
Vanaf september wordt de hennep geoogst en vervoerd naar de fabriek. Die staat nu nog in het buitenland, maar binnenkort in Drachten. “De hennep komt daar in grote balen binnen”, legt Westerneng uit. “Het ruwe materiaal bestaat uit een hout- en een vezelfractie, die we in een zogenoemde decortication-lijn van elkaar scheiden. De vezels is geschikt als isolatiemateriaal; de houtfractie willen we in de toekomst inzetten voor plaatmateriaal of andere biobased bouwproducten.” De inblaasisolatie is geschikt voor zowel renovatie- als nieuwbouwtoepassingen.
“Voor renovatie richten we ons met consortiumpartner Hekstra op het na-isoleren van daken. Voor prefab werken we samen met Heijmans, die ons veel input geeft vanuit hun houtskeletbouwfabriek in Heerenveen. Daar gebruiken ze nu nog cellulose uit het buitenland. Inmiddels lopen de eerste tests, waarbij we bijvoorbeeld met H&M Machinebouw onderzoeken of er aanpassingen nodig zijn aan de bestaande inblaasmachines.”
‘Meer biobased aanbestedingen’
Het belangrijkste doel van het project is volgens Westerneng dat er straks een gecertificeerd inblaasisolatieproduct ligt. “We kijken dus naar zaken als isolatiewaarde, brandklasse, vochtregulatie — al die technische voorwaarden die nodig zijn voor certificering.”
Daar valt vanuit de overheid nog wel winst te behalen, ziet Westerneng. “Wet- en regelgeving sluiten lang niet altijd goed aan bij biobased bouwen. Neem de MPG, de MilieuPrestatie Gebouwen: daar scoort hout op dit moment nog slechter dan beton en staal, terwijl dat milieutechnisch natuurlijk niet klopt.”
Toch ziet Westerneng dat samenwerking binnen de keten én binnen de regio tot snellere acceptatie van biobased materialen kan leiden. “We werken bijvoorbeeld veel samen met Vereniging Circulair Friesland, een netwerk van bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen die circulair bouwen stimuleren binnen de provincie. Zij bieden een programma dat opdrachtgevers helpt om toekomstbestendig en biobased aan te besteden. Dat begint effect te hebben: tenders en aanbestedingen vanuit gemeenten veranderen zichtbaar en daarmee ook de markt.”
Fryske Vezelhennepdeal
Bovendien heeft die intensieve ketensamenwerking geleid tot de ‘Fryske Vezelhennepdeal’: de eerste volledig regionale keten voor biobased bouwen in Nederland. Meer dan dertig partijen – van boeren tot bouwers en woningcorporaties – zijn erbij aangesloten.
“Onderdeel van de deal is dat we bij nieuwbouw en renovatie actief sturen op het gebruik van lokaal geproduceerde hennepisolatie”, vertelt Westerneng. “Ook willen we de keten gecontroleerd en in balans opschalen, met stabiele prijzen en afzetgaranties voor boeren. En dat werkt: elk jaar zetten we een stap in het verhogen van de grondstofprijzen. Het verdienmodel voor telers wordt daardoor steeds sterker – we hebben inmiddels zelfs een wachtlijst van boeren die vezelhennep willen telen.”
Volgens Westerneng laat deze krachtige regionale samenwerking zien dat het loont om anders naar bouwmaterialen te kijken. “Door bewust te kiezen voor lokale materialen, stimuleer je niet alleen de regionale economie, maar ook de agrarische sector. Dat vraagt wel om een andere mindset bij bouwers en opdrachtgevers, maar juist daarmee kunnen we mooie en betekenisvolle stappen zetten.”